dinsdag 10 november 2009

Bijna niemand eet voldoende vezels

Bijna niemand eet voldoende vezels. Dat bleek dinsdag tijdens het symposium van NVVL en FNLI over voedingsvezels; slechts 10 procent van de mannen haalt de aanbevolen hoeveelheid van 32 tot 45 gram per dag en voor vrouwen ligt dit percentage met 5 procent nog lager.

Dagvoorzitter Gertjan Schaafsma, lector Sport, Voeding en Leefstijl aan de HAN meent echter dat het best mogelijk is om de richtlijn van 32 tot 45 gram vezels per dag te halen; 150 gram volkorenbrood, 25 gram volkorenbiscuit, 150 gram bruine bonen, een sinaasappel en een appel met schil zouden voldoende moeten zijn om dagelijks de aanbevolen hoeveelheid vezels binnen te krijgen.

Over de gevolgen voor het milieu als gevolg van de toegenomen winderigheid, wanneer iedereen dergelijke hoeveelheden bruine bonen dagelijks eet. liet Schaafsma zich niet uit. Ik vind een bruine boon op zijn tijd namelijk bést lekker, maar als ik iedere dag 150 gram bruine bonen moet eten, vrees ik dat ik de rest van mijn dagen zal slijten in eenzaamheid.

Schaafsma pleitte verder voor inspanningen van de industrie om met gemakkelijke, smakelijke, vezelrijke producten te komen op basis van granen, groente en fruit. Prof. Lisbeth Mathus-Vliegen van de UVA ziet eveneens heil in inspanningen van de industrie om met meer producten te komen die resistant starch (onverteerbaar zetmeel) bevatten; dat gebeurt nu al met onder meer producten op basis van maïszetmeel. Mackus-Vliegen plaatste wel vraagtekens bij de hoeveelheden die Schaafsma had aangegeven om dagelijks voldoende vezels binnen te krijgen. "Wat je dan moet eten is voor een vrouw erg veel," aldus Mackus-Vliegen.

Ook consumenten kunnen door meer 'resistent starch' aan hun dieet toe te voegen hun vezelinname doen toenemen. Dat kan door aardappelen, rijst en pasta koud te eten, bijvoorbeeld als salade. Tijdens het verhitten van die producten wordt het zetmeel een goed verteerbare gelatine, maar door het afkoelen wordt het weer een niet-verteerbare kritalvorm.

Ik voeg dagelijks een lepeltje tarwezemelen toe aan mijn havermoutpap. Daarnaast zijn gedroogde en geweekte zuidvruchten als abrikozen, pruimen, dadels en vijgen rijk aan vezels; dat gedroogde vruchten door het Voedingscentrum nog steeds worden bestempeld als 'bij uitzondering' is mij een raadsel. Gedroogde vruchten stillen de zoete trek en je hoeft maar een paar gedroogde dadels te eten om je smaakpapillen tevreden te stellen. Ook uit onderzoek van TNO bleek al dat gedroogde vruchten en noten hartstikke gezond zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten